“Toen ik na een weekend Curaçao voor de tweede maal voet op Bonaire zette, begreep ik het ineens. Het unieke karakter van Bonaire, datgene wat het eiland onderscheidt van de buureilanden en wat volgens de eilandbewoners niet verloren mag gaan drong, na een paar dagen weggeweest te zijn, ineens tot me door. Op Bonaire heerst een dorpse mentaliteit. Mensen kennen elkaar, het eiland is overzichtelijk, vriendelijk en gemoedelijk en kenmerkt zich door vrijheid, ongedwongenheid en rust. Het is nog niet overspoeld door toeristen, fastfoodketens en mondaine winkelcentra. Verkopers en touroperators zijn er wel, maar mondjesmaat, nooit opdringerig en alleen wanneer er een cruiseboot in de haven ligt. Op Bonaire staan nog geen stoplichten of files en de tweede rotonde is pas onlangs gebouwd. Ezels, geiten en leguanen lopen echter om de haverklap voor je auto langs. Je vindt hier geen lange parelwitte zandstranden zoals op Aruba, maar wel een adembenemende onderwaterwereld waar menig duiker zijn weekenden doorbrengt. Grote discotheken ontbreken, maar de eilandbewoners zoeken elkaar op in de gezellige ‘ons-kent-ons’ barretjes waar zo nu en dan livemuziek speelt.” (augustus 2010, uit het voorwoord van mijn scriptie: “Nos Dushi Boneiru”)
Tien oktober 2010, precies een jaar geleden, werd Bonaire een gemeente van Nederland. Deze gebeurtenis maakte onderdeel uit van het grotere ontmantelingsproces van het land Nederlandse Antillen. Curaçao en Sint Maarten verkregen per tien oktober 2010 een status aparte en gingen hiermee verder als autonome landen binnen het Koninkrijk der Nederlanden. De drie overige eilanden, te weten Bonaire, Sint ‘Statia’ Eustatius en Saba (gezamenlijk ook wel aangeduid als de BES-eilanden) werden bijzondere gemeentes van Nederland. Het land Nederlandse Antillen hield per 10-10-10 op te bestaan. Waar Curaçao en Sint Maarten losser zijn komen te staan ten opzichte van Nederland, kregen de BES-eilanden juist nauwere betrekkingen met en integratie in het ‘moederland’. Voor hen is Nederland dichterbij gekomen.
Van februari tot en met mei 2010 verbleef ik op het prachtige Bonaire om onderzoek te doen naar deze (destijds aanstormende) ontwikkelingen. Vier maanden lang maakte ik onderdeel uit van het eilandleven. Ik durf te stellen dat ik Bonaire in de beperkte tijd die ik beschikbaar had maximaal ontdekt en beleefd heb. Hier zal ik een kort een aantal bevindingen uiteen zetten: Bonaire heeft zich altijd het ondergeschoven kindje van de Nederlandse Antillen gevoeld. Zoals één van mijn informanten het beeldend beschreef: “Bonaire werd altijd gezien als het kleine broertje van Curaçao en is ook als zodanig behandeld”. Het leeuwendeel van het geld vanuit Nederland werd direct op de bankrekening van Curaçao (waar de regering van het toenmalige land zetelde) gestort. De regering had vervolgens wel de plicht maar niet de wil om het geld eerlijk te verdelen over de eilanden. De kleinere eilanden zijn hierdoor in vergelijking met Curaçao altijd wat achtergebleven op het gebied van zorg, voorzieningen en infrastructuur. Het land Nederlandse Antillen vormde weliswaar een politieke eenheid, maar heeft in de hoofden van mensen nooit als zodanig bestaan. “The Netherlands Antilles exist only in the Netherlands” (De Jong 2007) en dit betekent dat het land nooit waarde of betekenis heeft gehad in de emotionele, sentimentele zin van het woord. De insulaire eilandidentiteiten hebben daarentegen dienst gedaan als bron voor identificatie en gevoelens van ‘wij’ en ‘thuis-zijn’. De ontmanteling van de Nederlandse Antillen moet voor Curaçao een last van de schouders gehaald hebben. Zij waren nu immers niet meer verantwoordelijk voor de overige eilanden. Voor de kleinere eilanden betekende het dat zij onder het juk van Curaçao vandaan waren en nieuwe kansen voor de toekomst tegemoet konden zien.
Ik bespeurde verwachtingen en hoop voor de toekomst bij de eilandbewoners op Bonaire. Hier leefde de hoop dat de staatkundige hervorming grote verbeteringen zou kunnen brengen betreffende zorg, onderwijs en infrastructuur. De kwaliteit van voorzieningen, en daarmee wellicht de kwaliteit van het leven, zou er alleen maar op vooruit kunnen gaan, zo dacht men. Tijdens een referendum in 2004 stemde de bevolking van Bonaire, met een meerderheid van 59,5 procent, voor het opheffen van de Nederlandse Antillen en het aangaan van een directe band met Nederland. Echter waren er ten tijden van mijn onderzoek ook twijfels en zelfs angsten te bespeuren. De invoering van de drie ‘immorele’ wetten leidde tot vraagtekens en zelfs tot protest onder de bevolking. Dit gold ook voor de invoering van enkele andere regelingen (betreffende belasting, vergunningen) en het feit dat Bonaire, dankzij de status van bijzondere gemeente, niet naar hetzelfde voorzieningenniveau als Nederland getrokken zou kunnen worden. Constant werd ik tijdens mijn studie geconfronteerd met het ‘ja, maar’-antwoord. “Ja, wij willen vooruit, wij willen ontwikkeling en minder afhankelijk zijn van Curaçao, maar niet ten koste van ons zelfbeschikkingsrecht, niet ten koste van onze eigenheid, …van onze cultuur.” Wat er eigenlijk gezegd werd was: ‘niet ten koste van Bonaire”…
Het zou te ver gaan om hier een uitgebreide verhandeling te geven over mijn onderzoeksresultaten. Daarvoor verwijs ik graag naar mijn scriptie Nos Dushi Boneiru. Hierin zal ik ook aantonen welke rol en functie cultuur krijgt in het licht van bovengenoemde ontwikkelingen. Voor nu vind ik het interessant om te kijken naar de huidige stand van zaken.
Uit een enquête van de Wereldomroep blijkt dat de Bonaireanen het bestuurscollege het rapportcijfer 4,7 geven. De Nederlandse rijksoverheid krijgt een matige 5,1.Volgens ruim driekwart van de bevolking is de situatie op het eiland slechter of zelfs veel slechter geworden in vergelijking met een jaar geleden. Het leven is een stuk duurder geworden en de voorzieningen op het eiland zijn nog altijd achterstallig te noemen. Volgens de Gelderlander is klagen de nieuwe volkssport geworden op Bonaire: klagen over de dollar, over de verhoging van de invoerbelastingen en de plaatselijke btw. Het zijn vooral deze regels en wetten voor hogere belasting die de zogenoemde ‘huiseconomieën’ gebroken hebben en voor nieuwe armoede op het eiland gezorgd hebben. Bonaireanen voelen zich, zo schrijft de krant, vreemdelingen in eigen land.
Ik ben er niet bij. Mijn informatie komt uit media en contacten met eilandbewoners via chat en e-mail. En dat is op het moment best jammer. Bonaire ligt mij nog altijd dicht aan het hart. Ik vraag me af wat de huidige situatie nu precies veroorzaakt heeft en in stand houdt. Is het een kwestie van tijd eer de nieuwe situatie zich goed en wel gezet heeft? Is het een kwestie van ‘wennen’ voor alle partijen? Verwachten de eilandbewoners te snel en/of te veel? Waren de verwachtingen ireëel of de beloftes niet geheel waarheidsgetrouw? Verzaakt Nederland in zijn verantwoordelijkheden en plichten, …of doet Bonaire dit? Spelen er andere zaken op het eiland, bijvoorbeeld lokale politiek, gestook, bangmakerij, roddels, die er voor zorgen dat wenselijke uitkomsten uitblijven? Feit is dat de voorbereidingen en de weg naar de nieuwe staatkundige structuur anders aangepakt hadden moeten worden. Bonaireanen voelden zich te weinig gehoord en betrokken in het proces van overleg en besluiten nemen. Nederland noemde Bonaire passief en soms zelfs corrupt en slaagde er niet altijd in de bevolking op juiste wijze te bereiken. Beide partijen zijn onvoldoende in staat gebleken de weg naar elkaar toe te vinden. Ook de lokale politiek vocht haar eigen vetes uit, vaker niet dan wel in het belang van haar achterban. Roddels, wantrouwen en hiermee passiviteit kregen vrij spel.
Gisteren was er een bijeenkomst en paneldiscussie bij Books & Toys aan de Kaya Grandi in Kralendijk. Er werd gediscussieerd over de verhoudingen op het eiland, een jaar na de staatkundige veranderingen, en één van de stellingen op de bijeenkomst was: “Over vijf tot tien jaar is op Bonaire alles prima geregeld, als het voor die tijd niet tot een burgeroorlog komt”. De tijd zal het leren.