Iedereen die in Zuid-Afrika geweest is zal ongetwijfeld weleens gegrinnikt hebben om het Afrikaans. Volgens wikipedia is het Afrikaans de dochtertaal van het Nederlands, ontstaan uit zeventiende-eeuwse Nederlandse dialecten, en werd Afrikaans vroeger Kaap-Hollands genoemd. Waarschijnlijk is 90 tot 95% van de woordenschat van Nederlandse origine. Hoewel iedereen in Zuid-Afrika Engels spreekt, -en ook de bewegwijzering, reclame en overige publieke informatie in het Engels gecommuniceerd wordt-, ontbreekt het Afrikaans zeker niet in het straatbeeld. En dat levert vaak grappige situaties op. Zo is ‘lift’ in het Afrikaans ‘hijsbakkie’. ‘Verkeerslicht’ wordt ‘robot’ en een ‘viaduct’ noemt men een ‘duikweg’. Bij elke ‘robot’ staat een bord: druk knoppie. Stel dat je op een andere willekeurige plaats in Zuid-Afrika juist niet op dat knoppie zou mogen drukken, zou er staan: nie knoppie drukken nie. Een parkeerweg langs de snelweg wordt ‘aftrekplek’ genoemd. Een vrijgezel is een ‘alleenloper’ en een middelbare school wordt ‘hoërskool’ genoemd. Je moet er in Zuid-Afrika rekening mee houden dat de lokale bevolking jouw Nederlands redelijk kan volgen, net zo goed als jij het Afrikaans in grote lijnen kunt volgen (hoewel bemoeilijkt door dialect en spreektempo).
Stellenbosch
Voordat we van Kaapstad naar Mauritius vlogen hebben we nog een paar dagen in Stellenbosch doorgebracht. Dit kleine stadje (60.000 inwoners) staat niet alleen bekend om de universiteit, maar ook om de karakteristieke eikenbomen en de ligging tussen de mooiste wijnvelden van het land. (De vele eiken zijn overigens een overblijfsel van de grote behoefte aan eikenhout in de begintijd van de (Europese) wijnboerderijen, die waren namelijk gewend hun wijnvaten van eikenhout te maken.)
Stellenbosch ligt op nog geen uurtje rijden van Kaapstad. Ook hier vind je townships en onheilspellende beveiliging rondom de woningen, maar toch doet het stadje veel gemoedelijker en veiliger aan. De locals benoemen dit evengoed: in Stellenbosch kun je ’s avonds prima over straat. Nog een opvallend verschil met Kaapstad is de taal. Waar Kaapstad voornamelijk Engelstalig georiënteerd is, is Stellenbosch bijna uitsluitend Afrikaanstalig. Slechts zeven procent spreekt hier Engels. Dit heeft vermoedelijk voor een groot deel te maken met de universiteit. De lessen op zowel het bachelor- als het masterniveau worden in het Afrikaans onderwezen. Dit is opvallend, gezien het feit dat de Zuid-Afrikaanse overheid juist steeds meer druk uitoefent op landelijke universiteiten om het onderwijs in het Engels aan te bieden. Hier hebben ze zich in Stellenbosch altijd tegen verzet, tot op heden met succes. Een ander onderwerp van discussie en protest zijn de plannen om de universiteit van Stellenbosch (voornamelijk blank) en de universiteit van Kaapstad (voornamelijk kleurling) te laten fuseren, dit met het doel om Stellenbosch wat meer ‘kleur’ te geven. De universiteit kent namelijk de laagste integratiecijfers van zwarte en gekleurde studenten in Zuid-Afrika. Momenteel is slechts 23 procent van de studenten van zwarte, gekleurde of Indische afkomst. Tijdens het Apartheidsregime was de universiteit van Stellenbosch een louter blanke, Afrikaanstalige universiteit. In de jaren tachtig werden mondjesmaat zwarte studenten toegelaten, maar het is pas sinds de val van het regime dat de universiteit echt open staat voor zwarten en gekleurden.
Markt
Maar goed, genoeg over de universiteit. Wij waren immers op vakantie, huwelijksreis welteverstaan, en dan onderneem je over het algemeen andere activiteiten. Zoals een bezoek brengen aan de lokale markt. En die was leuk in Stellenbosch! Elke zaterdagochtend is er de Fresh Food Market, een zogenaamde slow food market waar alle producten vers worden bereid door de marktverkopers. De Fresh Food Market is een heel levendige markt waar je met gemak uren doorheen kunt kuieren. Vanuit pakweg vijftig kraampjes wordt er een grote verscheidenheid aan internationaal, multicultureel eten en drinken aangeboden: versbereide sushi, kebab, couscous en allerlei heerlijke verse salades. Vlees en vis wordt voor je neus gebakken op een grillplaat of in een frituurpan. Een Duitser (ver)koopt authentieke bratwursten. Zijn kraam staat pal naast de dames van het gebak. Er ligt een arsenaal aan groenten, fruit, kaas en vleeswaren. Brood is er in alle soorten en maten. Een koffiestandje verzorgt de lekkerste espresso. Wij kregen acuut spijt dat we die ochtend in het hotel een uitgebreid ontbijt genuttigd hadden, maar gelukkig vonden we nog een gaatje. Oesters met champagne (och, waarom niet?) en sushi en couscous ingepakt en wel in de rugzak voor de picknick later die dag.
Wijnen
Zuid-Afrika staat natuurlijk bekend om de wijnstreken/wijnen en rondom Stellenbosch vind je een aantal prachtige wijngaarden. Nadat wij uitgestruind waren op de markt reden we naar het Waterford Estate. Eikenbomen en wijngaarden, een landweg met citrusbomen en lavendel met in de verte het landgoed… Het doet allemaal wat mediterraans aan en het is werkelijk prachtig. Na een kleine rondleiding kregen we een tafeltje op het terras en werden er beurtelings wat wijnen voor ons neergezet, soms vergezeld van een stukje chocola. De dessertwijn, de Waterford Heatherleigh, is heerlijk en hiervan bestelde ik na de proefsessie nog een glas. Ze keken me even raar aan en ik concludeerde dat de Heatherleigh de meest onwaarschijnlijke keus is zo vlak voor de lunch. Gekke Hollanders! ;-)
Franschhoek
De rest van onze tijd in Stellenbosch is gewoon heel ontspannen. Lekker eten, drinken en wat rondstruinen door Stellenbosch en de omliggende dorpjes. Zo brachten we een bezoek aan Franschhoek. Franschhoek is genoemd naar de 200 Franse Hugenotenfamilies die hier in 1688 neerstreken op de vlucht voor het toenmalige bewind van Lodewijk XIV in Frankrijk. De Fransen hadden uiteraard een niet te onderschatten kennis op het vlak van wijnbouw en gastronomie. Wij namen er een kijkje bij het Huguenot Monument, een herdenkingsmonument ter nagedachtenis aan, -en ter ere van-, de Franse Hugenoten. Vanuit Franschhoek hebben wij de beroemde Franschhoekpas gereden, een klim waar maar geen einde aan lijkt te komen. Schitterende uitzichten.
Seizoenen en studenten
Tijdens ons bezoek in juli was het in Zuid-Afrika hartje winter, maar het was alles behalve koud. De temperatuur schommelde telkens tussen de vijftien en twintig graden. Blijkbaar is de gemiddelde Zuid-Afrikaan of zeer kouwelijk, of heeft hij ondanks de aangename temperatuur gewoonweg behoefte aan een winterseizoen. Op veel plekken in Kaapstad en Stellenbosch brandt binnen de open haard, wat voor een eigenaardig gevoel zorgt als je op je teenslippers en shirtje langsloopt. Mensen die buiten op het terras aan een Afrikaans wijntje nippen doen dit onder een heater en het liefst ook onder een fleece deken. Toegegeven, het heeft wel iets gezelligs.
Stellenbosch is een echte studentenstad. Jonge mensen, studentenverenigingen, heel veel sportactiviteiten en af en toe dronken gelal en gezwalk over straat getuigen hier van. We hebben ons er te weinig in verdiept, maar ik vraag me af of bier voor deze studenten ook het vloeibare goud is, of dat de jongens en meisjes hier het weekend inluiden met / zich te buiten gaan aan louter Chardonnay of Cabernet Sauvignon van de plaatselijke wijnboer. ;-)
Anyway, er zijn nog veel vragen over. Het is alweer tijd om afscheid te nemen van Zuid-Afrika. Wij hebben slechts een piepklein stukje van dit enorm grote land bezocht, maar de verscheidenheid die wij in dit korte tijdsbestek tegen zijn gekomen, heeft ons overtuigd om nog eens naar Zuid-Afrika terug te keren.
Zuid-Afrika, …Totsiens!
(Wil je alle foto’s van Stellenbosch bekijken? Ze staan in het menu onder ‘foto’.)
Dank voor dit geweldige college.
Heel boeiend.
Kijk al uit naar je volgende verslag.
Heerlijk stuk weer…ik hou er toch zo van…
Tot het volgend stuk
xxx
Ik ben aan een inhaalslag bezig… Morgen je volgende blog als ik eraan toekom!
xxx