Dagelijks lees ik in de Volkskrant een artikel dat mijn antropologisch hart sneller doet kloppen. Mooie, doeltreffende en inspirerende artikelen over mondiale kwesties vanuit een lokaal perspectief bezien: daar houden wij Utrechtse antropologen van! Vanmorgen dus ook weer: “Afrika ontdekt de e-reader”.
De schoolkinderen in Ghana zijn zo blij met hun gekregen e-reader dat ze er bovenop gaan zitten: zo kan niemand hem afpakken. Nadat zestig procent van de computers kapot was (gebroken schermen) besloot men een verbeterde versie voor Afrika op de markt te brengen die tegen een stootje kan. De schade is nu nog maar drie procent. Dat noem ik leuk nieuws!
E-readers en tablets zijn de toekomst voor het onderwijs en de uitgeverijen in Afrika, stelt de auteur. Op scholen in Ghana en Nigeria wordt al flink geïnvesteerd en men verwacht hiermee miljoenen te kunnen besparen. Immers, een e-book kost vaak maar een euro en dit betekent dus meer lezen voor minder geld. Echter hebben computers stroom nodig om hun werk te kunnen doen en hier wringt de schoen. Afrika heeft nu juist problemen met de stroomvoorziening en veel dorpen zijn aangewezen op batterijen. Tijdens zijn rondrit door Afrika gaf Barack Obama steun aan de elektrificering van Afrika. Power Afrika! Zeven miljard dollar voor zes landen werd toegezegd. Later kwam hier nog eens negen miljard dollar vanuit de bedrijvensector bij. “Stroom geeft macht aan de armen en maakt economische groei gemakkelijker”, stelt het Witte Huis. En dat is natuurlijk waar. Middels goed werkende computers en internet wordt informatie voor een groeiende groep mensen toegankelijk gemaakt. Communicatie over grote afstand is ineens mogelijk en mensen woonachtig in de meest afgelegen delen van Afrika komen in direct contact te staan met de rest van de wereld. Denk aan facebook, twitter, skype, nieuwswebsites, google. Al met al vergroot een dergelijke investering de mobiliteit en mondiale inclusie van mensen.
Een vergelijkbare ontwikkeling vond plaats in het Keniaanse dorp Alego-Kogello, het geboortedorp van de vader van Barack Obama. Ten tijde van de presidentsverkiezingen werd Kogello overspoeld door toeristen en journalisten. Dit resulteerde niet alleen in een groot hek rondom de woning van de destijds 86-jarige Granny Sarah, de stiefoma van Obama, maar ook in de aanleg van een elektriciteitsnetwerk, een watervoorziening en een verbeterde infrastructuur in en rondom het dorp. Kogello werd in rap tempo gemoderniseerd, -overigens als enige dorp in de regio, met alle gevolgen van dien-, en hiermee op de wereldkaart gezet. Daar plukt de bevolking vandaag de dag nog de vruchten van.
Uiteraard zit er ook een politieke component aan de goede daad van Amerika. Die heeft te maken met Afrika als groeimarkt (grondstoffen) en het concurreren met een andere grootmacht (China). Ontwikkelingshulp vanuit een kapitalistisch gedachtegoed: er zelf beter van worden. Echter hebben maar weinig ontwikkelingshulporganisaties de mogelijkheid om in één klap 16 miljard dollar te investeren.