Jehovah’s op zaterdagmorgen

Zaterdagmorgen. De deurbel gaat. Door het raam zie ik twee heren staan. Allebei veel te mooi aangekleed voor dit tijdstip van de dag. Van top tot teen in pak gestoken, met een nette hoed als finishing touch, wachten ze geduldig tot er wordt opengedaan. Dan weet je eigenlijk al hoe laat het is.

Ik ga wel!”, roep ik naar manlief in de keuken, die mij gebiedt om me te gedragen. Doe ik dat niet altijd dan?! Ik open de voordeur – op de hielen gevolgd door onze cockerspaniël Scoop. En dan gebeurt het. Ik kijk recht in het gezicht van die aardige man-van-een-paar-straten-verder. We komen hem meerdere keren per week tegen, meestal als we Scoop uitlaten en hij in gezelschap is van zijn keeshond. Nu heeft hij de De Wachttoren in zijn hand.
Hé, kijk nou eens, daar heb je flappie! Heeeeeeej flappie, hallo jongen!”, roept hij enthousiast naar Scoop die van blijdschap zo hard kwispelt dat ik bang ben dat hij elk moment kan opstijgen en de deur uit vliegt.
Waar ik normaliter snel de deur dichtdoe voor Jehovah’s Getuigen, voel ik me nu toch enigszins bezwaard.

Vroeger waren Jehovah’s Getuigen nog leuk. Toen ze nog zeiden dat ze Jezus kwamen brengen en dat jij dan kon zeggen: “zet maar in de achtertuin”. Die introductie is wijselijk afgeschaft en heeft plaatsgemaakt voor een nieuwe strategie. Nu beginnen ze een verhaal waar je alleen maar ‘ja’ en ‘amen’ op kan zeggen. En wat eigenlijk nog best een interessant gesprek had kunnen worden.
Bijvoorbeeld: Vind jij ook dat we te gehaast leven? Dat we te weinig stil staan bij de mooie dingen in het leven en bij de mensen die belangrijk voor ons zijn? Dat we alles te vanzelfsprekend nemen? Dat er zoveel haat in de wereld is en dat er meer plaats moet komen voor liefde en respect?
Vaak wordt een dergelijk verhaal gekoppeld aan de actualiteit, zoals de economische crisis, de zorg voor zwakke groepen in de samenleving of het spijkerharde asielbeleid.

Na wat koetjes en kalfjes over hondjes en het mooie weer, komt de aardige man-van-een-paar-straten-verder ter zake. Hij en zijn maatje zijn hier immers met een doel.
Koop jij weleens een bosje bloemen?”, luidt de eerste vraag.
Ja hoor, ik koop regelmatig bloemen.
Want weet je, veel mensen kopen een bos bloemen, zetten die in een vaas en als de bloemen dood zijn, gooien ze de bos weg en zetten nieuwe bloemen neer. Maar hoe vaak nemen mensen de tijd, écht de tijd, om te kijken en te beseffen hoe prachtig zo’n bloem nu eigenlijk is?
Ik ben even stil.
Het is toch eigenlijk een wonder? En dat geldt voor alles, voor het leven an sich”, vervolgt de aardige man.
I’m with you, zou ik willen zeggen, maar dan komt het. Als het leven een wonder is, dan moet het namelijk wel gecreëerd zijn door iemand. Toch? Een soort übergetalenteerde designer met een vooruitziende blik en onfeilbare mensenkennis. In de huidige editie van De Wachttoren staat een interview met een natuurkundige die na jarenlange studie tot de conclusie kwam dat de er wel een God moest zijn. Kon simpelweg niet anders.
Dit is het moment dat ik vriendelijk doch niet mis te verstaan zeg dat ik afhaak en verder ga met het inruimen van de vaatwasser. Beleefd pak ik De Wachttoren aan en wens de heren een fijne dag en succes met hun verdere kruistocht.

Ik werd jaren geleden eens aangesproken door een leuk meisje op de Lijnbaan. Ik dacht dat ze van een event of andersoortig programma was en door haar enthousiasme en spontaniteit liet ik me verleiden om even in gesprek te gaan. Waar het gesprek precies over ging weet ik niet meer, maar leuk was het wel. Een feest der herkenning, zo herinner ik mij. En ineens was hij daar. Jezus Christus. Hij stond zo onverwachts voor mijn neus dat ik in de lach schoot.

Het lijkt me a hell of a job. Serieus. Een beetje vergelijkbaar met verkoper zijn van één of ander flutproduct dat voor een veel te hoge prijs verkocht moet gaan worden. Zo’n verkoper begint dan ook een prachtig verkooppraatje waarin al jouw problemen vertaald worden in zijn oplossingen. Die verkoper beseft dat hij vroeg of laat moet gaan vertellen wat het gaat kosten en stelt nu alles in het werk om te voorkomen dat jij straks bij hem wegloopt.
“Maar wat kost het dan?”, vraagt het doelwit.
“Ja, …maar je moet wel in gedachten houden dat je echt de beste kwaliteit krijgt en een jaar lang service!”
En dan komt het. Weg klant.
Zo moet een Jehovah’s Getuige zich toch ook voelen?
“Tja, al die ellende, pijn en dat verdriet op de wereld. We zijn allemaal op de één of andere manier eenzaam en doodongelukkig. Maar nou ken ik toevallig iemand die ons zou kunnen verlossen. En, …ehm, ja, wij geloven dus dat…”
En weer een dichte deur.

Toch is het jammer. Kwamen er maar eens mensen aan de deur om te praten over het leven. Niet om met Jezus, Allah, Boeddha of welke God dan ook op de proppen te komen, maar in alle oprechtheid en openheid over het leven. Hoe zou dat zijn?
“Heeft u even tijd voor een gesprekje over de zin van ons bestaan?”
“Kan ik met u van gedachten wisselen over hoe we als mensen met elkaar omgaan?”
“Sorry dat ik u op deze zaterdagochtend stoor, mevrouw, maar ik zou graag willen weten: bent u gelukkig?”
Een leuk initiatief lijkt mij, binnen onze ‘participatiemaatschappij’.

Met de wachttoren onder mijn arm en een kop koffie in mijn hand, plof ik neer op de bank. Maar niet zonder eerst een uitgebreide blik te werpen op de prachtige bos rozen die op de eettafel staat. Want daar had die aardige man-van-een-paar-straten-verder dan weer wel gelijk in.

4 reacties

  1. Ja het wordt moeilijker als je de persoon aan de deur kent. Ik had dat eens (ook op een zaterdagmorgen) met iemand die ik bijna dagelijks zie in de bus op weg naar mijn werk.

    1. Ja, daar sta je dan ;-) Overigens ben ik hem later nog vaak tegengekomen, maar we hebben er met geen woord meer over gerept. Dat is denk ik ook werk en privé gescheiden houden. ;-)

  2. Ik heb het een keer gehad met een oudere kassadame van mijn stadsuper. Dus zei ik: ‘Heb je een nieuwe baan?’ :-) Ik ben ook goed in het gesprek openen en dan doorbreek je hun ingestudeerde aanpak. Op zich is dat al vermakelijk. Meestal heb ik geen tijd, omdat ze ongelegen komen. Dan kap ik het heel vriendelijk af met op de eerste vraag (Mogen we u iets vragen?) te antwoorden met: ‘Nee hoor dankuwel!’ Vervolgens gaat meteen de deur dicht.

    Ik krijg ze zeer vaak. Schijnbaar zijn er veel zielen te winnen in mijn straatje. Het erge vind ik als ze een razia houden en met een persoon of 6 aan weerszijde van ons smalle straatje aanbellen. Vaak is er dan nog een ongezond uitziend jong kind bij. In dat geval ga ik echt niet een gesprek aan. Ik wil die kinderen niet in problemen brengen.

    Alweer een jaartje terug kwamen er 2 met het verhaal hoe erg het met de crisis is. Daar moet je bij mij niet mee aankomen. Ik heb ze uitgelegd dat er nu veel meer mensen dan ooit in Nederland werken en dat we qua werkgelegenheid in de top 5 van de wereld staan. Op dat punt zijn er ruim 200 landen die meer recht hebben van klagen. Daarnaast zijn we erg rijk, hebben we goede voorzieningen, is de lucht schoon en het verschil tussen arm en rijk lang niet zo groot als in de USA. Die ‘crisis’ laten we ons dan ook aanpraten door de media. Kortom zo’n verhaal neemt dan een andere wending en voor je het weet bekeer ik de jahova’s of LDS’ers die hier ook komen. Vaak realiseer ik me op tijd dat deze mensen iets nodig hebben om aan vast te houden en breng ik ze niet compleet in verwarring.

    1. Kan me voorstellen dat een hele ‘club’ Jehovah’s in een smal straatje als een ware invasie voelt, …dat schiet dan sowieso het doel voorbij lijkt me. Ik denk dat de man die laatst aan de deur stond zelf ook even moest schakelen toen hij een bekende zag, …zijn ingestudeerde praatje werd waarschijnlijk ter plekke even bijgesteld.

      En tja, die crisis. Tuurlijk, het was vroeger erger en elders is het nog veel en veel erger. De media speelt een rol, maar problemen, weliswaar relatief, zijn er wel degelijk. Daarom juist belangrijk om te blijven praten over en vechten voor die dingen die wij in onze samenleving belangrijk vinden en willen behouden. Maar of dat nou met de Jehovah’s moet… ;-)

      Het lijkt mij trouwens best leuk om eens als een nep-Jehovah’s langs de deuren te gaan. Enerzijds om te ontdekken wat je meemaakt, maar ook om te kijken ‘hoe ver ik zou komen’. (leuk ideetje voor een volgend blog, …dan wel ergens in Friesland hoor! ;))

Reageren?

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s