Vers Beton interviewt in samenwerking met Rotterdamse Nieuwe jonge beeldbepalende en bijzondere ondernemers in Rotterdam. Wie zijn ze, wat doen ze en waarom kozen ze voor Rotterdam? Ik interviewde drie ondernemers in de creatieve maakindustrie. Vandaag aan bod: het kunstenaarstrio én eigenaren van galerie/studio AAAfresh123.
Een expo in Milaan, schilderijen aan de muren van sterrenrestaurant Parkheuvel én nooit ruzie; Hans Kleinjan (1958), Maikel Kleinjan (1984) en Roderik Faasen (1990) timmeren flink aan de weg. We treffen de heren in hun atelier/galerie (700 m2) aan de Zaagmolenkade 123. Terwijl een dj in het atelier een plaatje draait en een handjevol mensen zich tegoed doet aan de gezelligheid, nemen wij plaats aan de lange tafel tussen de bonte verzameling schilderijen.
Wat een gezelligheid!
Maikel: “Yes! Dit is echt een woonkamer van de stad geworden – er zijn altijd mensen binnen. Vrienden of mensen die we tijdens een event ontmoeten en die later terugkwamen uit enthousiasme en soms dus bij het meubilair gingen horen! (lacht) De vrijheid moet zegevieren, niks is doordacht.”
Roderik: “Die bedrijvigheid inspireert enorm – er gebeurt hier altijd wat. Dus, breng je iets positiefs in? Wees welkom! Negativisme verdwijnt hier, dat wordt regelrecht de Maas in getrapt.”

Drie schilders met verschillende leeftijden runnen samen een bedrijf. Hoe is dat ontstaan?
Roderik: “We hebben elkaar in 2008 leren kennen. Ik ben van jongs af aan bezig met schrijven en kwasterijen. Via Hans’ dochter kwam ik in aanraking met de familie Kleinjan. Hans’ toenmalig atelier in Delfshaven was de plek van ontmoeting – overdag is hij tandarts; ’s nachts wordt er gesjoemeld met kleuren.”
Maikel: “In 2008 kwam ik net terug uit Spanje. Ook ik was altijd bezig met tekenen, grafisch ontwerpen, film en fotografie. Zodoende werd er ‘gedrieën geschilderd’, met in het begin Hans als leermeester. Al gauw bleek dat we elkaars groeiprocessen versterkten. In het atelier, een plek waar niets moest en alles kon, hebben we onszelf en elkaar gevonden. Onze eigen speeltuin voor grote mensen.”
En wat doen jullie precies?
Roderik: “Schilderen! Alhoewel de schilderijen eigenlijk afvalproducten zijn van de gesprekken die hier worden gevoerd. Ook schilderen we vaak op locatie, bijvoorbeeld op festivals. We werken veelal gedrieën aan één en hetzelfde doek. Dan verschijnt er ineens een kwast over je schouder die een streep zet dwars door hetgene dat jij aan ’t doen bent. Doordat we elkaar doorkruisen komen we tot nieuwe inzichten waar je anders nooit toe zou komen. Tijdens het schilderen zie je iets ontstaan en dat wordt dan – pats – doorbroken. Die continue stroom van vernieuwing maakt het zo cool.”
Maikel: “Wij willen geen kunsttrucje uitvinden en hierin blijven hangen.”
Vanwaar de naam?
Maikel: “De studio in Delfshaven heette AAA gallery for contemporary art. We vonden de drie A’s wel goed bij ons passen. Het woord ‘fresh’ gebruikten we pas en te onpas en we wilde de nieuwe studio een fresh start geven. 123 is simpelweg het huisnummer.”
Wie koopt jullie werk?
Maikel: “Onze klanten bevinden zich tussen de top and bottom of society. In beginsel voornamelijk mensen uit eigen kennissenkringen – die kopen dan vooral om je op weg te helpen. Maar sinds een aantal jaren worden doeken veelal verkocht aan onbekenden. Steeds meer kunstkenners en verzamelaars, ook vanuit het buitenland, tonen interesse. We verkopen nu gemiddeld vijf schilderijen per maand. Merendeel van dit werk is threesome cooperation.
Roderik: “We hangen in een groot kantoor in Jakarta, een immense villa in New York, maar ook in een rijtjeshuis in Overschie. Zie het als één grote netwerkboom. Ieder schilderij dat ergens aan de muur hangt wordt weer gezien door tig anderen. We hebben net restaurant Parkheuvel ingericht; alle kunst daar is van ons. Dit zijn plekken die al snel leiden tot meer geïnteresseerden. Laatst kocht een havenbaron zeven schilderijen.”
De bal is lekker aan het rollen…
Maikel: “…en hij kan alleen maar verder gaan. De focus ligt nu op het buitenland. We hebben exposities gehad in Milaan, Zuid-Frankrijk, Zwitserland en Antwerpen en deze maand gaan we praten in Key West, Florida, over een eventuele expositie. We zoeken dan bewust naar een pand in de drukste straat om voorafgaand aan de expositie ‘en public’ te gaan schilderen om interesse te wekken. Mensen zien ons dan aan het werk, wat de schilderijen voor hen een extra dimensie geeft. Dat is echt dé manier.”
Roderik: “We nemen dan ook alles mee; we bouwen ons volledig atelier op. Dít hier is een universele plek die je overal ter wereld neer kan kwakken met overal hetzelfde effect; een taboeloze plek waar mensen met elkaar over alles kunnen praten. Mensen zijn ook altijd toegankelijker dan het lijkt – op straat denk je misschien van niet, maar hier ontstaat rust en ontdooit men.”
Wat is jullie beste zet geweest?
Roderik: “De verhuizing van Delfshaven naar Noord. Dat gaf ons zoveel lucht en mogelijkheden. Met deze ruimte kunnen we onze visie ruimtelijk in kaart brengen. Natuurlijk, 700 m2, het kost een paar stuivers, maar dat hebben we ook nodig met doeken van 2 bij 2 meter. Met een klein atelier houd je meer geld over, maar wat ga je met dat geld doen? Wij geven dat liever uit aan onze eigen tempel.”
Maikel: “Met een eigen atelier én galerie heb je alles zelf in de hand. We hangen de doeken precies daar waar wij ze willen. Alles dat hier hangt is trouwens geschilderd door ons – geen werk van anderen.
En wat bleek een minder goede zet?
Maikel: “Die zijn we vergeten. Fouten vegen wij onder het tapijt.”
Vooruit, een gouden tip dan!
Maikel: “Wees niet te voorzichtig. Gáán! Grijp ’t bij de lurven. Voorzichtig aan is voor de verzekeringsmaatschappij. Ga ervoor en sta erachter.
Grote ambities! Hoe Rotterdams is jullie bedrijf nog?
Maikel: “We schilderen geen Euromast of Erasmusbrug, maar we zijn hier alle drie geboren en houden van onze haven.”
Roderik: “Men zegt dat het honderd jaar duurt voor een stad is opgebouwd, dus Rotterdam heeft – na het bombardement – nog dertig jaar te gaan. Wij zijn onderdeel van dat groeiproces van de stad; dat maakt het zo cool. Wellicht was dit in een andere stad, met een andere mentaliteit, niet mogelijk geweest. Volharding, die term past het best bij de stad en bij ons; keihard doorvlammen tot je een ons weegt.”
En daarna?
Roderik: “Rotterdam blijft altijd onze thuisbasis, ook ten tijden van doorbraak. Er zal altijd een magneet in die Rotterdamse haven zijn die ons weer terugtrekt. Maar de globe is ons canvas.”