Mijn huisarts begrijpt me. In een getailleerd lichtblauw Hugo Boss overhemd zit hij achter zijn bureau. Niet het type waar ik op zou vallen, maar desalniettemin een aantrekkelijke, goedverzorgde man. Met zijn gemanicuurde handen in elkaar gevouwen kijkt hij me vanachter de kraakschone glazen van zijn Armani bril onderzoekend aan. Onbewust zit ik zo stil mogelijk, alsof elke beweging zijn nauwgezette beoordeling kan verstoren.
Ja, mijn huisarts begrijpt me. Die weet dat een cosmetisch probleem óók een probleem is. Niet zoals de huisarts van mijn moeder. Die adviseerde haar jaren geleden besmuikt lachend om die kalknagels gewoon met een beetje rode nagellak weg te moffelen. Tot zover het consult, moet ze gedacht hebben. Snel weer over tot de écht belangrijke zaken; bloed ophoestende bejaarden, verdacht uitziende moedervlekken en peuters die als lunch een pritt stift met smaak verorberd hebben. Dat werk. Daar word je tenslotte huisarts voor, nietwaar?
Ik dwaal af.
“Ja nou, ik zie het hoor; rosacea”, luidt het oordeel van mijn huisarts. Rocket science, niets minder dan dat. Met zijn wijsvinger cirkelt hij rond het gebied op mijn wangen waar een paar kleine adertjes reeds gesprongen zijn. “Hier en daar al couperose zelfs. Goh zeg, wat jammer nou. Je draagt nu geen make-up, he?”
Ik schud van nee en wijs op de grote vuilniszak die ik op mijn schoot heb liggen. Zo ben ik vanmorgen in de auto gestapt, dokter. Twee kleine gaatjes geprikt om te kunnen kijken. Alles voor het goede doel.
‘Huidproblemen’, tikt mijn huisarts in het scherm. ‘Chronische huidaandoening’, maakt hij er bij nader inzien van, na nogmaals een blik op mijn rode gelaat te hebben geworpen.
“Nou, dat was wel heel makkelijk. Je hebt echt geen verwijzing nodig naar een dermatoloog voor die diagnose – dat kunnen we zo ook wel zien, toch?”
Blij met de erkenning maar evengoed een tikje teleurgesteld – je hoopt toch altijd dat iemand zegt dat je je hopeloos aanstelt en dat je je eens druk moet gaan maken om de echt belangrijke zaken des levens – knik ik bevestigd. Dat scheelt weer een belletje en een ritje naar het ziekenhuis. Kom maar door met die pillen, dokter!
Je hoopt toch altijd dat iemand zegt dat je je hopeloos aanstelt en dat je je eens druk moet gaan maken om de echt belangrijke zaken des levens
Maar mijn huisarts is ook een beetje vergeetachtig, ook al is ‘ie nog geen 50.
“Ik schrijf je Metronidazol crème voor, Karin. Dat is een antibioticazalf die de ontsteking aanpakt.” Hij is alweer driftig aan het tikken op het kleine toetsenbord van de Mac. Zijn kop is vermoedelijk alweer bij de volgende patiënt.
“Nee, die wil ik niet”, onderbreek ik het geratel. “Die heb je me al eens voorgeschreven namelijk, vorig jaar ergens.”
“O ja?” De dokter pakt mijn dossier er nu toch even bij.
“Ja. Daar ben ik na een paar weken mee gestopt – ik kreeg er een enorm droge huid van.”
“Oh…”
“Maar dan ook écht. Echt-echt. Met van die schilferige, harde plakkaten”, vul ik aan om het beeld te verduidelijken. De beste man zit net aan zijn eerste kop koffie, maar hij is vast wel wat gewend. “Niet fijn, zeg maar.”
“En toen… Toen kreeg je je make-upje er niet meer goed op… En dat wil je natuurlijk ook, de boel een beetje egaliseren. Camoufleren.”
Kijk, dat bedoel ik. Mijn huisarts begrijpt me.
“Precies. Dát. Pillen dan maar?”, opper ik, meer als een eis dan als een verzoek. De enige reden dat ik hier nu zit is omdat de assistent de kuur niet telefonisch aan me wilde voorschrijven. Ik ben ook gewoon ‘van de pillen’. Harde medicatie. Net als bij andere kwalen. Dus gaat heen met je preek over goede en slechte voeding, over supplementen, gluten, melkproducten, allergie vrije cosmetica en varkensvlees. Gaat heen met je homeopathische middeltjes, acupunctuur, levenswijze-advies of ander moeilijk gedoe waar ik mijn kop bij moet houden. Been there, done that. Ik blijf toch wel wijn en cappuccino’s drinken. En bitterballen eten. Foundation met siliconen smeren. Ik ga toch wel naar de sauna. En als ik een puist zie knijp ik ‘m uit. Zo! Zou mijn huisarts dat ook begrijpen?
“Dat kan. Maar de antibiotica moet je wel 3 tot 6 maanden slikken. En dan mag je niet meer zonnebaden, want je huid wordt er tijdelijk dunner en gevoeliger door.”
Just gimme the pill, doc! Genoeg zon gehad in Cuba en Florida. Krijg je bovendien ook alleen maar rimpels van. En kanker.
“Geen punt. En daarna wil ik IPL.”
“Dat zien we dan wel weer, Karin. Ik schrijf je voor nu Doxycycline voor – 100 mg, twee maal daags slikken.”
Eindelijk stappen in de juiste richting. Want ook al is rosacea niet levensbedreigend en allerminst het einde van de wereld, vervelend is het wél.
Wordt vervolgd!
*Inmiddels alweer een dikke week aan het slikken en… warempel! Mijn huid lijkt dit keer echt op te knappen.