Hecht, mijn wijk!

Vlnr: Judith Waterreus, Brenda de Visser, Lindsay Brusik en Janieke Bouwman
Vlnr: Judith Waterreus, Brenda de Visser, Lindsay Brusik en Janieke Bouwman

Een ‘app’ om buurtparticipatie te verbeteren
Stel: je hebt op zaterdagochtend tijd en zin om jezelf nuttig te maken. Je logt in op de applicatie (‘app’) op je mobiele telefoon of je tablet en ziet in een oogopslag wat er zoal te doen is bij jou in de buurt. Een oudere buurvrouw zou graag eens een wandeling met iemand maken, het gras in het parkje om de hoek moet gemaaid worden. Misschien ben je zelf wel op zoek naar een oppas, een boormachine of een sportmaatje?

‘Hecht, mijn wijk!’ in ‘The Battle of Excellence’!
Kortom: een ‘app’ om op een toegankelijke manier hulp te bieden, dan wel te ontvangen. Dankzij ‘excellente’ studenten -Judith Waterreus, Janieke Bouwman, Lindsay Brusik en Brenda de Visser (zie foto)- kan dit straks mogelijk zijn. Zij ontwikkelden het concept ‘Hecht, mijn wijk’ om buurtparticipatie te verbeteren. Het idee is een online platform met applicatie (‘app’) waarmee vraag en aanbod gekoppeld worden en waarmee buurtbewoner en (buurt)initiatief bij elkaar komen. Doel: een fijne, veilige en vooral ‘hechte’ wijk.
De projectgroep staat met ‘Hecht, mijn wijk’ in de finale van The Battle of Excellence, een initiatief vanuit Gemeente Rotterdam in samenwerking met topbedrijven en excellente studenten van de Erasmus Universiteit en de Hogeschool Rotterdam.

Een speelveld voor burgerkracht en burger-initiatieven
In een tijd waarin de overheid zich steeds meer toelegt op faciliteren in plaats van uitvoeren, is buurtparticipatie een onmisbare schakel, misschien zelfs wel de toekomst. “Burgerkracht is vandaag de dag heel belangrijk, maar het komt niet zomaar uit de lucht vallen”, denkt Bouwman. “Buurtparticipatie moet dan ook gefaciliteerd worden. Er zijn altijd wel fanatieke buurtbewoners die zich willen inzetten voor de wijk, denk bijvoorbeeld aan Opzoomeren of Burger Blauw. Maar wij vroegen ons af wat die andere Rotterdammers nodig hebben om contact met elkaar te zoeken en de mouwen op te stropen.”

Lokale initiatieven en kleine projecten gericht op buurtparticipatie zijn alom aanwezig, maar bestaan vaak los van elkaar, zo concludeert de projectgroep. Bouwman: “Er is al zoveel beschikbaar dat het overzicht een beetje verloren gaat. Om initiatieven en burgers bij elkaar te brengen is daarom een platform nodig. Alle partijen kunnen dan vraag en aanbod leveren.”

Zijn buurtbewoners eigenlijk wel bereid om hun steentje bij te dragen voor een betere buurt? De studenten geloven van wel. Waterreus: “Het is een leuke manier om je buren te leren kennen en iets goed voor elkaar en de buurt te doen. Een ‘hechte’ wijk is in ieders belang.”

Beloningssysteem
De ‘app’ moet gemakkelijk in gebruik zijn en buurtbewoners in staat stellen zelf te bepalen of, wanneer en hoelang ze zich inspannen. Flexibiliteit, ad-hoc en mobiliteit zijn hierbij uitgangspunten. Om burgers extra te motiveren zal er met een beloningssysteem gewerkt worden. Zo kunnen er, in samenspraak met gemeente, bedrijven of instanties, sportpassen, cultuurkaarten en kortingen in Rotterdam verdiend worden. Fanatieke buurtbewoners kunnen eremedailles op hun profiel verdienen en zo de ‘held van de wijk’ worden.

De studenten richten zich in eerste instantie op de wijk Blijdorp. Bouwman: “Als de ‘app’ een succes wordt kan het ook gebruikt worden voor de rest van Rotterdam. Wat we willen is een echt speelveld om het Rotterdamse gezegde tot uiting te laten komen: niet lullen, maar poetsen!”

De projectgroep werkt samen met CGI. Vrijdag 24 januari 2014 is de finale van The Battle of Excellence in Eneco World.

De Rotterdam Architectuurprijs 2013: de stembus sluit bijna!

Foto: Frank Hanswijk
Foto: Frank Hanswijk

Tot 12 december kan het publiek stemmen voor de Rotterdam Architectuurprijs 2013, dat dit jaar in het teken staat van transformatie. Transformatie is niet alleen hot&happening binnen de architectuur en stedenbouw, maar ook nog eens heel belangrijk voor de stad.

Lees het hele artikel op Vers Beton.

Zwoegen als vuilnisman voor uitkering

Ict’er werkt 36 uur per week voor 700 euro bijstand

Erik Koolen (25) heeft er een lange dag opzitten als hij vrijdagmiddag de gemeentewerf in Krimpen aan de Lek oprijdt. Zijn vuilniswagen zit vol vuilniszakken en zwerfvuil dat onderweg van de straat gehaald is. Erik leegt de wagen, spuit de bak schoon en na grondige inspectie sluit hij de werf af. Vandaag reed hij alleen, maar meestal met een maatje. Erik doet dit werk nu al negen maanden lang: 36 uur per week voor 700 euro bijstand. Dit heet: werken met behoud van uitkering.

Lees het artikel in AD van 28/11/13

>>> Reacties van de gemeente (K5) en Promen

Gerrit Slob, coördinator Sociale Zaken bij K5, ziet geen risico van verdringing op de arbeidsmarkt. “Erik is geplaatst op een zogenoemde werkervaringsplek, met als doel re-integratie. Wij hebben de plicht om te onderzoeken of dit soort plaatsen concurrentievervalsend werken.”

Volgens de wet moeten re-integratiewerkzaamheden gericht zijn op een leertraject en het vinden van een betaalde baan. De K5-gemeente kocht voor Erik echter een ‘kaal’ werktraject in bij sociale werkvoorziening Promen. Promen kan, wanneer de gemeente bereid is hiervoor te betalen, ook (sollicitatie)training en begeleiding bieden aan cliënt, maar in het geval van Erik is hier niet voor gekozen. Suzanne Vet, woordvoerster van Promen: “De afgelopen jaren zijn de budgetten voor re-integratie waarover gemeenten beschikken fors ingekort. Dat betekent dat er minder geld en mogelijkheden zijn om te investeren in opleiding en begeleiding van mensen die gebruik maken van de bijstand.”

Slob denkt dat een werkervaringsplaats an sich kan bijdragen aan re-integratie. “Als een periode van werkervaring opdoen noodzakelijk is als op zichzelf staand instrument, dan maken wij hier gebruik van. In de meeste gevallen is er een behoorlijke begeleiding vanuit de gemeente en de instelling nodig, maar in het geval van Erik was dit niet het geval, wat voor hem en zijn inzet pleit.”

Het is daarnaast opvallend dat Erik, als uitkeringsgerechtigde, slechts een enkele vakantiedag per maand kreeg. Ter vergelijking: een normale werknemer heeft in het geval van een 36-urige werkweek recht op 144 uur per jaar = 12 uur, dus anderhalve dag per maand. De opbouw van vakantiedagen ligt in dit geval bij de gemeente. Slob stelt dat het in overleg met de begeleider en werkgever mogelijk moet zijn om vakantiedagen op te nemen via de normale procedure. In het geval van Erik Koolen is hier nooit over gesproken.

Dat werken van groot belang is voor het welbevinden van een individu, staat boven kijf. Is het niet om ervaring op te doen, dan wel om een werkritme te behouden. Suzanne Vet: “Hoe langer men uit het werk is, des te moeilijker is het om een nieuwe baan te vinden. Daarom is het belangrijk dat mensen in de bijstand zoveel mogelijk geactiveerd blijven. De inzet van dit type werk is voorkomen dat men lange tijd uit het arbeidsritme raakt en zo snel mogelijk weer passend werk vindt.” Ook de gemeente vindt het belangrijk dat uitkeringsgerechtigden –zeker de groep die jong en gezond is- te allen tijden aan het werk blijft. Slob:  “De tijd dat werklozen op de bank konden zitten en zonder meer een uitkering kregen is voorbij.”

Ter verduidelijking:

K5 is een samenwerkingsverband waarin vijf gemeenten op een aantal terreinen (oa Sociale ‘Zaken) samenwerken; Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist  vormen samen de K5-gemeenten. Erik werkt in gemeente Nederlek (= Lekkerkerk en Krimpen a/d Lek) en valt hiermee onder Sociale Zaken van K5.

Promen is een sociale werkvoorziening en een GR (gemeenschappelijk regeling): een samenwerkingsverband van 11 betrokken gemeenten die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de WSW. Daarnaast biedt Promen ook re-integratietrajecten aan. Het onderhoud van de groenvoorzieningen is door gemeenten uitbesteed aan Promen.

Nog een staartje…

IMG_1057 IMG_1066

Elk kwartier een stofzuiger

Rotterdam The Hague Airport (RTHA) heeft de ambitie om de komende jaren drastisch te groeien. Gaat dit ten koste van het kleinschalige en gemoedelijke karakter, waar het vliegveld sinds 1956 bekend en bemind om is? En hoe zit het met de belangen van omwonenden?

Door: Karin Spillenaar-Koolen (gepubliceerd op Vers Beton)

Foto: Annabel Storm
Foto: Annabel Storm

Zoeken naar de juiste vertrekhal, incheckmachines die vaak niet naar behoren functioneren en het lange wachten bij de paspoortcontroles en de bagageband; het zijn grote ergernissen van veel reizigers die via Schiphol vliegen. Daar waar mogelijk, kiezen steeds meer mensen ervoor om vanaf regionale vluchthavens te vliegen. Bijvoorbeeld via Rotterdam. In no-time check je in en nadien sta je even snel weer buiten. Rotterdam The Hague Airport (RTHA) staat garant voor kleinschaligheid, optimaal reisgemak en klantvriendelijkheid, belooft de organisatie. De vraag is of dit kan blijven bestaan.

Koffie met uitzicht

RTHA (voor de oude garde: Zestienhoven) is, na Eindhoven, het grootste regionale vliegveld van Nederland. In vergelijking met het megalomane Schiphol doet het denken aan een station in een middelgrote Nederlandse stad. Daar waar je op Schiphol struikelt over sushi en Starbucks-en, heb je op RTHA eigenlijk maar één keuze: Grand Café Horizon. Vanaf het panorama-terras heb je een spectaculair uitzicht op de start-/landingsbaan. Dit is de plek waar men familie en vrienden uitzwaait, dan wel verwelkomt. Hier vind je ‘vliegtuigspotters’ en geïnteresseerde passanten. Tien tellen verderop bevindt zich de aankomsthal. Je hoeft niet op de borden te kijken om te weten of een vlucht geland of vertrokken is. Het is niet te missen.

Foto: Annabel Storm
Foto: Annabel Storm

Groei, groei en nog eens groei

Klein en gemoedelijk. Dat zijn de kernwoorden die opkomen als je hier een middag doorbrengt. Toch is RTHA alleen het afgelopen jaar al met twintig procent gegroeid. Daar waar er nu jaarlijks anderhalf miljoen passagiers gebruik maken van het vliegveld, hoopt de organisatie er in de toekomst 2,4 a 3,6 miljoen te vervoeren. Dit betekent gemiddeld elke vijftien minuten een landend en elke vijftien minuten een opstijgend vliegtuig.

“Europa is ons speelveld”, zegt Désirée Breedveld, woordvoerder van RTHA. “De afgelopen jaren zijn er veel nieuwe bestemmingen bijgekomen. Zowel zakelijk verkeer, alsook vakantievluchten.” De kracht van het vliegveld ligt volgens Breedveld in de kleinschaligheid en de klantvriendelijk, waardoor snelheid en reisgemak gegarandeerd kunnen worden. Hoe strookt dit met de groeiambitie? Kunnen deze kernwaarden bewaard blijven als het vliegveld dermate zal groeien? Breedveld gelooft van wel. “Die kleinschaligheid is onze kip met gouden eieren en die gaan we natuurlijk niet slachten. Bij elke stap die we zetten moeten we ons afvragen of dit in stand blijft.”

(Tegen)geluid

Terwijl de media vooral positief verhaalt over de uitbreidingsplannen van RTHA -omwille van de kansen voor de regionale economie-, zijn de omwonenden minder gelukkig. Die hebben vooral last van geluidhinder, luchtvervuiling, stank, potentieel gevaar en dalende huizenprijzen. RTHA ligt middenin stedelijk gebied. Niet alleen Rotterdam-Overschie ervaart veel overlast van een optrekkende Boeing 737; ook voor omliggende gebieden, zoals de gemeente Lansingerland (in 2015 naar verwachting 75.000 inwoners), is er geen ontkomen aan. Al met al kun je stellen dat er honderdduizenden mensen in meer of minder mate hinder ondervinden van RTHA. Is een grootste uitbreiding van het vliegveld in een stedelijke omgeving dan wel zo’n goed idee gezien? Met tussen 7-23u elke kwartier een vliegbeweging is het wellicht gedaan met de rust. En, zoals een bewoonster het zegt: “Vroeg of laat komt er eentje naar beneden!” De groeiambitie lijkt haaks te staan op het verlangen naar rust en woongenot van omwonenden.

De zaak wordt nog meer op scherp gezet na een persbericht (18 september 2013) van RTHA; hierin stelt de organisatie dat het geluid van een vliegtuig vergelijkbaar is met dat van een stofzuiger. Volgens omwonenden een bagatellisering waarmee het vliegveld aangeeft onvoldoende te (willen) beseffen hoeveel overlast zij veroorzaken. Je kunt je daarbij afvragen; hoe prettig is het om elke kwartier naast een luide stofzuiger te staan?

Désirée Breedveld: “We vliegen steeds meer met moderne toestellen, die geluidsstiller en bovendien milieuvriendelijker zijn.” De vraag rijst bij omwonenden of die moderne toestellen ook daadwerkelijk worden ingezet op RTHA, of dat Transavia nog steeds met de lawaaierige ‘oude meuk’ vliegt. Breedveld ontkent dit. “De klachten zijn de afgelopen jaren met tweederde teruggelopen, terwijl er meer vluchten bijgekomen zijn.”

Foto: Annabel Storm
Foto: Annabel Storm

Slapeloze nachten

In de oude dorpskern van Overschie zijn de zorgen daarmee niet weggenomen. Veel omwonenden dienen geen klachten in, omdat het volgens hen ‘toch niets uithaalt’. Eén van de volhouders is Job* (41). Met zijn vriendin kocht hij anderhalf jaar geleden een huis in Overschie. Slapeloze nachten vallen hun ten deel en ze hebben de hinder van het vliegveld onderschat. “Er mag in principe tussen 7-23u gevlogen worden, maar elke nacht rond 01u komt er wel eentje vertraagd binnen! Dat mag dus gewoon.” Job is niet te spreken over de uitbreidingsplannen en ziet bovendien weinig kansen voor de stad. “Het is volgens mij toch voornamelijk een verplaatsing vanuit Schiphol” … “Mijn vriendin en ik dienen consequent klachten in wanneer een toestel te laag vliegt, of buiten de toegestane vliegtijden. Soms worden die klachten verkeerd verwerkt door het systeem, of gekoppeld aan een heel andere vlucht.”

“Is de groei, waar RDHA het over heeft, echt al zo lang gaande? Of is het een truc van de organisatie om mensen gerust te stellen?”, vraagt zijn vriendin zich hardop af. ”Uitbreiding is prima, wij zijn helemaal niet tegen die groeiplannen, maar wel op een juiste manier. De overlast die wij ervaren moet gecompenseerd worden.” Ze slaat hier de spijker op de kop. Hoe kan RTHA de omwonenden tegemoet komen? Al eerder heeft de Nederlandse overheid woningen, zorgcentra en scholen in de omgeving van Schiphol en RTHA geïsoleerd.

Rust is teruggekeerd

Terug naar het panorama-terras. Een Boeing 737 vanuit Istanbul is zojuist geland. Het terras staat vol mensen, waaronder veel Turken, die vrienden, familie en geliefden opwachten met bloemen en ballonnen. Als de stoet mensen over de witte lijn naar het aankomstgebouw loopt, wordt er geroepen, gelachen en gehuild. Een man trekt een lange neus naar een andere man die het gebaar teruggeeft. Een vader huilt als hij zijn zoon het trapje af ziet komen. Een moment later is het terras leeg en nog een half uur later is de rust op het vliegveld teruggekeerd. De vraag is natuurlijk: voor hoe lang?

*deze naam is gefingeerd, de bewoner wenst anoniem te blijven

Foto: Annabel Storm
Foto: Annabel Storm

Nooit meer flirten in de kroeg dankzij online dating!

“Ik ga vaak met mijn vriendinnen de stad in, eerst winkelen en dan door naar onze stamkroeg. Echt een dagje met de meiden. Maar ja, dan ga ik niet rondkijken voor iemand met wie ik zou willen daten, daar heb ik Lexa voor.”

“Als ik ga stappen met mijn vrienden dan hebben we vooral aandacht voor elkaar en dan ben ik toch minder bezig met leuke vrouwen met wie ik zou willen daten. Maar gelukkig vind ik die op Lexa.”

Twee radiocommercials van Lexa. Ik ga ervan uit dat de datingsite het nodige marktonderzoek verricht heeft om tot bovenstaande uitspraken te komen. Laten we de geciteerde singles eerst even een naam geven. Dat praat toch makkelijker. Ik noem ze Marjolein en Hugo. Blijkbaar herkennen veel mannen en vrouwen zich in de beschrijving van Hugo en Marjolein, of vinden zij het idee van 'online daten en ongestoord de kroeg in' op zijn minst een veilig en aanlokkelijk alternatief voor het ouderwetse flirten op het werk, op straat, in dat leuke koffiebarretje, tijdens het sporten of het stappen. Quality time met vriend(inn)en is voor de ambitieuze, drukbezette man of vrouw anno 2013 blijkbaar ook meer uitzondering dan regel. Het zoeken naar een geschikte partner is lastig en tijdrovend en bovendien, hoe weet je nou of die persoon bij jou past? Je zou er bijna gek van worden. Goddank is er Lexa!

Eugen_von_Blaas_-_The_Spider_and_the_Fly_-_1889Stel dat we vanaf nu alleen nog maar zouden daten als Hugo’s en Marjoleinen? Denk je eens in, de eindeloze rij voordelen van dit nieuwe daten! Een ware revolutie, dat is het. Daten doen we online; naar de kroeg gaan we om vrienden te ontmoeten en om platonisch te socializen. Hoe zou een avondje stappen/kroegen er in de toekomst uit gaan zien? Ik zet het even voor jullie op een rij:

Mijn schoonheidsritueel voor een avondje uit begon altijd zo halverwege de middag. Afzien was het! Hardlopen, badderen, scheren, scrubben, smeren, smeren en nog eens smeren. Daarna stond ik een tijdlang kleding aan en uit te trekken en spendeerde ik nog een uur of wat aan mijn haar en make-up. Maar dan was het ook heel wat, al zeg ik het zelf. (De dag erna was ik ongeveer dezelfde tijd bezig om mijn kamer weer spik en span te krijgen, maar dat ter zijde.) Ik verwacht dat de gemiddelde man sneller klaar was dan ik, maar ongetwijfeld bracht ook hij enige tijd voor de spiegel en in de badkamer door.

De toiletten worden niet langer bezet door poederende, stiftende vrouwen en een defect condoomautomaat vormt voor niemand een probleem meer

Marjolein en Hugo niet meer. Ze gaan immers een avondje bijkletsen met vriend(inn)en en hebben geen enkele intentie om te gaan zitten flirten of whatsoever. Wellicht dat ze enigszins netjes voor de dag willen komen, maar daar zal alles mee gezegd zijn. Hup, in je dagelijkse kloffie de kroeg in. Als het maar lekker zit. Dat scheelt natuurlijk zeeën van tijd. Denk eens in hoeveel profielen op datingsites je kunt onderhouden in al die uren. En het geld dat je bespaart, want je beauty- en stylingproducten gaan nu veel langer mee. Dat geld kan Marjolein overigens goed gebruiken om haar eigen drankjes mee te betalen, want van Hugo hoeft ze nu natuurlijk niks meer te verwachten: die heeft alleen maar aandacht voor zijn vrienden. Monique zit sowieso niet op Hugo te wachten, want zij is ‘lekker een dagje met de meiden’. Dit voorkomt, als bijkomend voordeel, een hoop jaloezie, rivaliteit en venijn binnen de meidengroep. De toiletten worden niet langer bezet door poederende, stiftende vrouwen en een defect condoomautomaat vormt voor niemand een probleem meer. Het ligt daarbij in de verwachting dat het testosteronniveau van de mannen zal dalen, daar ze zich niet langer bezig houden met de aanwezige vrouwen. De kroegbaas zou nu voorzichtig eens kunnen gaan nadenken over het bezuinigen op de uitsmijters.

1519Maar stel nou, ..stel nou dat Marjolein en Hugo elkaar toch in het vizier krijgen. En dat ze, ondanks haar Uggs en comfortabele baggy pants en zijn ik-was-het-morgen-wel-haar, toch een sprankje aantrekkingskracht voelen? Oeps! Dan kunnen ze altijd nog even snel gebruikersnamen uitwisselen en elkaar de volgende dag online opzoeken, toch? Dan weet Hugo in ieder geval of Marjolein echt bij hem past en dan kan Marjolein onderzoeken of Hugo überhaupt wel een heteroseksuele single is. En dan, als de digitale match een feit is, hebben ze een date – als gelijkwaardige singles (met niveau) die echt bij elkaar passen. Dan komen de beauty- en stylingproducten weer goed van pas en is het voor Hugo tijd om zijn haar te wassen en weer eens een drankje weg te geven. In het barretje waar het tweetal afspreekt hoeft geen van beiden bang te zijn voor concurrentie. Ze steken natuurlijk fantastisch af tegen de rest van de bezoekers die lekker een dagje met vrienden op stap zijn, traditioneel gehuld in Uggs en baggy pants. Degenen die wel werk van zichzelf hebben gemaakt zijn sowieso zelf op date. Niks dus om je zorgen over te maken.

Stel dat Eric en ik van het type ‘online daten en ongestoord de kroeg in’ waren geweest, hadden we elkaar nooit en te nimmer gevonden

Het mag een wonder heten – en ik ben nog steeds aan het bekomen van de schrik, maar ik heb Eric -de liefde van mijn leven- niet ontmoet via een datingsite. Hij stond pardoes aan de bar een biertje te bestellen. Voor mij. Ik was op stap met vriendinnen en Eric met vrienden, maar die bleken zichzelf ook prima zonder ons te vermaken. Warempel. We raakten aan de praat en al na tien minuten was ik zot van verliefdheid. Althans, ik geloof dat dat de tijdspanne ongeveer was. Stel dat wij van het type ‘online daten en ongestoord de kroeg in’ waren geweest, hadden we elkaar nooit en te nimmer gevonden. Dan hadden mijn vinkjes nooit naar zijn profiel geleid. En vice versa. Te oud/te jong. Dan had ik de blik op zijn profielfoto, die ik nu zo goed herken en waar ik zo van houd, wellicht verkeerd geïnterpreteerd (“véél te serieus!”) en was ik weg geklikt.

Eugen_de_Blaas_On_the_balconyWe leven in een tijd waarin mens en maatschappij steeds meer ‘maakbaar’ lijken te zijn. Datingsites spelen hierop in en wekken de illusie dat je middels het aanvinken van de juiste vakjes zelf de controle voert over het vinden van de ‘juiste’ partner en hiermee op het succes van een relatie. Je bepaalt zelf wie je bent, hoe je je presenteert en vervolgens wie bij dat zelfgeschapen beeld van jezelf past. Zo lijk je te sturen op wie je verliefd wordt en op wie niet, maar uiteindelijk heeft het niets met liefde te maken. En laat ik nu geloven in echte liefde, blind voor leeftijd, vrijetijdsbesteding, wel of geen kattenmens, opleidingsniveau en woonplaats. Wat zegt een profiel nu echt over iemand? Hoe zie je door de bomen het bos nog? Bovendien, zo’n ontmoeting begint gelijk veel te serieus. Niet langer een luchtige, ontspannen kennismaking of oprechte interesse in de ander, maar een doelgericht gesprek waarin onderzocht wordt of de ander bij je past. Veel te vaak worden er afvinklijstjes gebruikt waardoor een open blik voor de ander ver te zoeken is. En klikt het niet, dan zit je ineens heel ongemakkelijk tegenover elkaar. Geen vriend(in) om op terug te vallen.

Kortom, Hugo en Marjolein, ga wat vaker de kroeg in. Neem je vriend(inn)en mee. Trek wat leuks aan, maak jezelf mooi en laat het je allemaal overkomen. Laat je verassen door die leuke man of vrouw. Jouw open blik is misschien wel je meest waardevolle tool. Natuurlijk zul je af en toe op je bek gaan, een blauwtje lopen of een blunder begaan. Maar so what, daar leer je van. Flirten is gezond, maakt gelukkig en is goed voor het zelfvertrouwen. Kunnen we die uitsmijters weer aan het werk zetten en maken de horeca en cosmetica-industrie wat meer omzet. Ook weer goed voor de economie.